Familie, vrienden en buren

Plots krijgt je te horen dat je broer of je zus kanker heeft, en lijkt alles om hem of om haar te draaien. Je ouders zijn heel vaak in het ziekenhuis, en het dagelijkse leven ligt helemaal over hoop. Da's niet gemakkelijk voor jou. Misschien lijkt het dat alle aandacht van je ouders naar je zieke broer of zus gaat, maar zij zijn er echt ook nog wel voor jou. Je mag zeker vragen stellen en praten over wat jij denkt en voelt. Of misschien kan je ook bij je grootouders, of je meter of favoriete oom terecht om die vragen te stellen.

In het ziekenhuis is er elke maand een activiteit speciaal voor 'brussen' (broers en zussen) van kinderen met kanker. Je kan daar andere brussen ontmoeten. Ook via Kom op tegen Kanker is er elk jaar een brussendag en een brussenweekend. De links vind je onderaan. 

Vrienden, familie en buren kunnen er samen voor zorgen dat het wat doenbaar blijft voor een gezin dat plots met kinderkanker geconfronteerd wordt. Zoek het evenwicht tussen initiatief nemen en niets opdringen, praat met de ouders, laat hen de regie in handen houden waar mogelijk zodat ze zich niet afhankelijk moeten voelen.

Een greep uit mogelijke aan te bieden acties: (diepvries)maaltijden maken, taxidienst spelen naar het ziekenhuis, de andere kinderen opvangen en naar hun activiteiten brengen, boodschappen doen, met de hond gaan wandelen of de kippen eten geven, de planten water geven, het gras afrijden...

Vanop afstand kan je ook heel wat betekenen: stuur een ondersteunend berichtje (zonder vragen te stellen waarop je een antwoord verwacht) naar de ouders, verzend een postkaartje naar het kind, of een 'doe-cadeautje' om verveling te verdrijven, misschien vindt het zieke kind het wel leuk om heel veel kaartjes te krijgen en kan jij daar mee voor zorgen, ...